Bij de Campagnewinkel zijn we ook nogal eens van het ‘doe-het-zelven’. Zo zijn we als ‘actief burger’ betrokken bij onder andere FijnZonneplein en verbazen we ons wel eens over de ambivalentie die er in Nederland bestaat ten opzichte van ‘burgers’. Want enerzijds omhelst de Nederlandse politiek de ‘big society’ gedachte; een maatschappelijk model, overgewaaid uit het Engeland van David Cameron, waarin burgers het voortouw nemen om publieke voorzieningen vorm te geven waar voormalig dominante partijen als de overheid of economische partners een stap terug doen. Anderzijds vindt de Nederlandse overheid het – hoe verklaarbaar ook – lastig om burgers te vertrouwen, de teugels te laten vieren en controlemechanismen aan te passen.
In praktijk lopen ondernemende burgers dus behoorlijk wat gaten dicht maar is de vraag wat ze daarvoor terugkrijgen niet 1-2-3 te beantwoorden. Kunnen bewoners ook professionals zijn? Of doen ze dit voor een lintje / de ervaring / een of andere vorm van sociaal kapitaal?
Om hier een antwoord op te vinden bezocht de Campagnewinkel de conferentie Growing Succesful Social Enterprise in Engeland. De Universiteit van Northampton profileert zichzelf behoorlijk op dit gebied en had ook een indrukwekkend aantal deelnemers bijeengebracht. Met interessante workshops die te vangen waren onder vier noemers: ‘markets’, ‘models’, ‘measuring’ en ook ‘money’ natuurlijk. Wat vooral indruk maakte was echter het feit dat sociaal ondernemerschap de norm was. Met daarbinnen ook nog eens een enorme diversiteit! Van IQ consult uit Berlijn, tot Groupe SOS uit Frankrijk. Van sociale opleiders zoals Swarthmore uit Engeland, tot het Inspire2Enterprise initiatief uit Northampton, via advocaten, consultants en grote kantoren tot aan de Europese Commissie aan toe. Sociaal ondernemen is gewoon normaal!
Met -gelukkig?- haar eigen uitwassen. Zo blijf ik zelf nogal hangen bij de ‘social impact bonds’ die groots gepresenteerd werden. Een systeem waarin een private investeerder een publieke voorziening (bijvoorbeeld criminaliteit of drugsgebruik onder jongeren) op zich neemt en in ruil daarvoor rente krijgt uitgekeerd van de (lokale) overheid. Als aan de UVA afgestudeerd politicoloog vraag ik mijzelf in eerste instantie af of het hier niet om een nieuw kapitalistisch speeltje gaat over de ruggen van echte mensen heen. Ook vrees ik geprivatiseerde gevangenissen.. Maar goed, als gedachte experiment is het zeker goed om te kijken naar de toegevoegde waarde van een dienst. De crux zit hem er dan vooral in om ook sociale parameters mee te nemen en niet alleen de financiële waarde van een dienst te meten.
Wat verder opvalt zijn de vele ondersteuningsmogelijkheden voor ‘wannabe sociaal ondernemers’. In Nederland hebben we sinds kort SocialEnterprise.NL die deze vorm van ondernemerschap op de kaart wil gaan zetten maar als startende, goedwillende burger is dit helaas nog wel een ver van mijn bed show. Het Angelsaksisch model blijkt hier zeker voordelen te hebben ten opzichte van ons Rijnlands model. Veel sympathieke, laagdrempelig initiatieven en tools ondersteunen namelijk allerlei opstartende wijkondernemeningen, er zijn veel opleidingsmogelijkheden en summerschools, er is een speciale rechtsvorm zelfs!
De stad London wil hierin voorop lopen en heeft een speciale uitgave zelfs over dit onderwerp: a brief handbook on social investment. Ideetje voor doe-het-zelvers bij onze eigen overheid?
Tags: burgerschap, sociaal ondernemen